Vogelwachters invenstariseren ransuilen
GROU - Age Kleinhuis en Gerrit Jellema zoeken weer naar roestplekken waar ransuilen bij elkaar scholen. De beide leden van de Uilenwerkgroep doen ieder jaar een wintertelling, ook dit jaar in samenwerking met de vogelonderzoekers van SOVON-Noord.
De ransuilen verzamelen zich in het najaar in groepen op een zgn. roestplek, een rust- en slaapplaats. Eerst in loofbomen en wanneer daar het blad vanaf is verplaatsen zij zich naar de naaldbomen. De ransuil komt steeds vaker in de bebouwde kom voor en dus ook in achtertuinen. Daarom vraagt de Uilenwerkgroep aan Grousters met een tuin met naaldbomen en/of coniferen, in deze bomen te kijken. De ransuil zit meestal kort tegen de stam en u kunt ze ook opmerken omdat er braakballen en uitwerpselen onder de boom liggen.
Kenmerken ransuil: een vogel van 35 tot 38 cm groot met opvallend grote oorpluimen. De ogen zijn iets teruggeplaatst in een zogenaamde spiegel. Zie ook bovenstaande foto van een jonge ransuil van Aaltje Wartena. Meldingen graag doorbellen naar Age Kleinhuis; 0615671494 of Gerrit Jellema; 0566-623484.